PensioenScheiden                                                                                                                         
P. G. J. Jung                                                                                               
Van Harenstraat 10                                                                                   
8471 JD  WOLVEGA                                                                                 

Ombudsman Pensioenen                                                                         12 december 2016                                                              
Postbus 93560
2509 AN DEN HAAG

Betreft: Zaaknummer 16-xxxx

Geachte heer K,

In uw brief van 30 november 2016 geeft u aan dat met de brief van 25 november 2016 van het ABP mevrouw L. de door haar gewenste opgave heeft ontvangen.  Is dat nu echt zo?

Gevraagd werd om een opgave van de premievrije aanspraken op het moment van scheiding gebaseerd op de huwelijkse periode.

Tot heden heeft het ABP sec deze opgave nog steeds niet verstuurd. Het ABP verstrekte weliswaar een opgave van de premievrije aanspraken, maar gooide roet in het eten, door ongevraagd in dezelfde brief de voorwaardelijke uitkering op te nemen.

Om deze voorwaardelijke uitkering wordt niet gevraagd. Aan u is bekend wat mijn mening daarover is en ga hier dan ook  niet verder op in. Ik begrijp of wil niet begrijpen dat het ABP telkens opnieuw een opgave verstrekt waarin ze de voorwaardelijke uitkering betrekken.

In haar brief van 20 september 2016 wordt door het ABP aangegeven dat ze geen partij zijn bij de feitelijke berekening en hierover dan ook geen standpunt innemen.  Een merkwaardige uitspraak, als u bedenkt, dat het ABP telkens weer opnieuw een opgave verstrekt van de voorwaardelijke uitkering, terwijl daar niet om gevraagd is.

In haar brief van 20 september geeft het ABP aan niet te kunnen ingaan om nu nog een opgave te verstrekken van de premievrije aanspraken op datum scheiding. Aangegeven wordt dat het ABP niet mag afwijken van het per 2010 gewijzigde beleid inzake de toepassing van actuariële grondslagen.  Wat hebben in vredesnaam actuariële grondslagen te maken met het vaststellen van de premievrije aanspraken?

Ja, duidelijk als het gaat om het vaststellen van de voorwaardelijke uitkering, maar daar hebben we het hier niet over. Voor het vaststellen van de premievrije aanspraken zijn geen actuariële grondslagen nodig, het gaat immers om een aansprakensysteem, gebaseerd op dienstjaren en berekeningsgrondslagen!

Nogmaals er wordt niet gevraagd om een Boon van Loon berekening, maar om een opgave van de premievrije aanspraken op het moment van scheiding.

Het ABP verwijst nog eens gemakshalve naar uw standpunt,  dat ex-partners zelf tot een verdeling moeten komen. 
De ex-partner zal vragen om de door het ABP vervaardigde opgave van de premievrije aanspraken. Deze opgave kan niet overgelegd worden, omdat deze niet aanwezig is.

Er kan tot op heden immers alleen een opgave verstrekt worden, waar ook de niet gevraagde voorwaardelijke uitkering in is opgenomen!  De door het ABP vervaardigde opgave kunnen derhalve niet overgelegd worden aan de ex-partner, zonder dat dat de nodige vraagtekens oplevert!

Door de wijze waarop het ABP communiceert geeft het ABP in feite aan, dat alleen de door haar vervaardigde opgave bepalend is. 

Het ABP gaat met haar berekeningen met name voorbij aan de arresten die er liggen met betrekking tot het punt van matiging. 

Op het punt van matiging van pensioenverrekening trekt de rechtspraak namelijk min of meer één lijn. Indien de voorwaardelijke uitkering méér bedraagt dan 50% van het te verrekenen ouderdomspensioen, wordt de voorwaardelijke uitkering tot 50% van dat ouderdomspensioen gematigd. Aldus Hof ’s-Hertogenbosch 16 juli en 19 november 1997, NJ 1998/598, Hof ’s-Hertogenbosch 1 oktober 1997, NJ 1998, 599 en
Hoge Raad 5 april 2002, NJ 2002/366.

Door hier geen rekening mee te houden schaadt het ABP haar eigen deelnemers.
En dat vind ik een uitermate kwalijke zaak!

Derhalve vraag ik u vriendelijk nogmaals aan het ABP te vragen een opgave te verstrekken van alleen de opgebouwde aanspraken op het moment van scheiding.  Ik heb er geen probleem mee, als het ABP rekening houdt met de wettelijke indexaties.

Ik hoor van u.

Met vriendelijke groet,

Peter Jung
PensioenScheiden


2017.03.06 15.13 Mail secretaris Ombudsman Pensioenen aan PensioenScheiden

Betreft: Pensioenverrekening mevrouw L

Beste Peter,

Je hebt helemaal gelijk, ik was dat laatste ontschoten.

Direct na ons telefoontje (dat ik mij nu weer herinner, maar de datum niet) heb ik direct de heer S, materiedeskundige van het ABP gebeld en gevraagd om opgave BNP. Zojuist heb ik de heer S. weer gebeld en gevraagd naar de stand van zaken. Hij wist er meteen van af, want……..zaak lag als eerste op de stapel voor hem en gaat waarschijnlijk a.s. vrijdag de deur uit.  Hij verontschuldigde zich voor de lange wachttijd als gevolg van de grote werkvoorraden.

Ik houd het in de gaten! Waarschijnlijk weet je eind volgende week meer.

Met vriendelijke groet,

Secretaris

logo

2017.03.06 Mail PensioenScheiden aan Ombudsman Pensioenen
Onderwerp: Re: Pensioenverrekening mevrouw L
Urgentie: Hoog

Hallo Ombudsman Pensioenen,

Zie onderstaande gespreksnotitie aan mevr. L:

Stand van zaken Ombudsman Pensioenen
25.01.2017 brief ontvangen van de Ombudsman Pensioenen vergezeld van een brief van het ABP van 19.01.2017. In de brief van het ABP wordt alleen het ouderdomspensioen vermeld. Op 28.01.2017 heb ik daarom telefonisch contact gezocht met de Ombudsman Pensioenen en de zaak uitgelegd. Deze heeft aangegeven direct telefonisch contact te zoeken om een nieuwe opgave te laten vervaardigen waar ook het Bijzonder Partnerpensioen in staat. Als deze opgave binnen is, kan de berekening vervaardigd worden zoals deze zou moeten zijn.

-------------------

2017.01.28 Telefoongesprek PensioenScheiden met Ombudsman Pensioenen:

Op 28 januari 2017 telefonisch met u van gedachten gewisseld. Toen aan u aangegeven dat de ontvangen brief van het ABP met alleen daarin vermeld de aanspraak van het ouderdomspensioen niet geschikt is om aan de ex-partner te overhandigen als daarin niet ook het Bijzonder Partnerpensioen vermeld staat.  Op basis van alleen het ouderdomspensioen kan de berekening niet vervaardigd worden. Aangegeven dat het geen zin heeft één van de andere brieven te overhandigen waarin ook de door het ABP vervaardigde berekeningen
staan. Roept immers alleen maar vragen op! U gaf aan dat dat inderdaad niet zinvol was. U gaf toen zelf aan contact te
zullen zoeken met het ABP voor het vervaardigen van een opgave, waarin naast het ouderdomspensioen ook het Bijzonder Partnerpensioen vermeld is. U bent dat toch niet vergeten? Verneem graag van U. Met vriendelijke groet, Peter Jung

 

Laatstelijk aangepast: 09 december 2023

 

Terug naar PensioenScheiden of PensioenWeetjes