Terug naar Index PensioenScheiden

Onderstaande brief zal ik voorzien van Links naar diverse wetten die specifiek betrekking hebben op de Abp-wet en de Amp-wet en de
Wet Privatisering ABP plus Notes die toegevoegd worden als gevolg van informatie die op het moment van de redactie van deze brief nog niet voor handen was.

Laatstelijk aangepast: 27 december 2024

PensioenScheiden                                                                            Wolvega,  16 december 2024                                                                                                          
P. G. J. Jung                                                                                               
Van Harenstraat 10                                                                                   
8471 JD  WOLVEGA                                                                                 

AANGETEKEND
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties  (BZ)
Turfmarkt 147, 2511 DP,   Den Haag

AANGETEKEND
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Parnassusplein 5, 2511 VX, Den Haag

AANGETEKEND
Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Defensie
Plein 4, 2511 CR, Den Haag

AANGETEKEND
Nationale Ombudsman
Bezuidenhoutseweg 151, 2594 AG  DEN HAAG

Noot PensioenScheiden 24.12.2024: Telefonisch contact gehad met de heer Olivier H. Voegen de brief toe aan de afdeling "Onderzoek en Strategie".

PER MAIL
Consumentenbond -  Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP)  -
Gommer Advocaten - Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen
Pensioenfederatie -  Vakbonden: CNV, FNV, VCP  - Verbond van Verzekeraars
Ab Flipse -

 

Betreft  :      ABP-wet, AMP-wet, WPA,  Stichting pensioenfonds ABP en Pensioenreglement voor militairen

Foutieve Vaststelling Nabestaandenpensioen  (NP) en Bijzonder  Nabestaandenpensioen (BNP) onder het ABP en AMP
van al dan niet overleden ambtenaren als gevolg van een scheiding voor 1 januari 1996 ( vanaf de jaren tachtig) en een nieuw huwelijk voor of na 1 januari 1996


Foutieve vaststelling van het te verrekenen ouderdomspensioen in relatie tot de foutieve vaststelling van het NP en BNP

Foutieve vaststelling te verevenen  ouderdomspensioen als gevolg  van scheiding na 1 mei 1995 volgens de Wet Verevening
Pensioenrechten bij Scheiding of foutieve Wettelijke of Algehele Conversie

Correcties : De tot dusver vastgestelde fouten bij het ABP dienen als gevolg van de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen hersteld te worden voor de transitiedatum van het ABP  per 1 januari 2027

Zie ook       : Website PensioenScheiden voor brief 21 december 2022 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,

Blz. 2 Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken en …                     16 december 2024

L.s.,

Met ingang van 1 juli 2023 is de Wet Toekomst Pensioenen van kracht geworden.  De Wet is in principe alleen van toepassing op pensioenfondsen.  Deelnemers gaan eerst over naar het nieuwe pensioenstelsel als de betrokken pensioenfondsen hiervoor klaar zijn. Elke deelnemer krijgt dan bij wijze van spreken een individuele spaarpot.

De overgang van de deelnemers naar een individuele spaarpot wordt invaren genoemd. De datum waarop het ABP in vaart is gesteld op
1 januari 2027.

Invaren kan alleen als alle fouten in de pensioenaanspraken, ontstaan voor 1 januari 2027 door het ABP gecorrigeerd zijn.  Immers alle tot dusver gemaakte fouten kunnen leiden tot verschillen in de totale reserve bij het ABP en daarmee samenhangend,  in alle individuele spaarpotjes.  

Onderstaand zal ik kort samenvatten welke geschillen er door mij geconstateerd zijn.  In alle vermelde geschillen zal als het GIP er met het ABP en alle betrokken ambtenaren en/of (ex) partners niet uitkomt een gerechtelijke uitspraak moeten volgen.

De Minister van Binnenlandse Zaken is in 2022 al op de hoogte gesteld van één van de geschillen, wat tot dusver nog niet geleid heeft tot correcties.

Onderstaand eerst een overzicht van de gebruikte termen.
Daarna zeer kort samengevat wat in de ABP-wet is opgenomen en in de WPA en de AMP-wet en in de brief van de Minister van BZ van
21 december 2022.

Noot PensioenScheiden 16.12.2024 13.13: De Minister reageert in de brief van 21 december 2022 op een brief van 30 november 2022. Deze brief is opgenomen onder de brief van 21 december 2022

Daarna een korte samenvatting van alle bij het GIP ingebrachte geschillen.

Korte toelichting gebruikte termen:
BNP - Bijzonder Nabestaandenpensioen  – Een aanspraak op Nabestaandenpensioen die ontstaat als de ambtenaar van de echt scheidt en die tot uitkering komt vanaf het overlijden van de ambtenaar voor of na de pensioendatum
NP - Nabestaandenpensioen – Een uitkering toekomend aan de weduwe/weduwnaar
van de ambtenaar ingeval die komt te overlijden voor of na de pensioendatum.  Het BNP wordt hierop in mindering gebracht.
ABP -wet:     Algemeen Burgerlijke Pensioenwet geldig tot 1 januari 1996
WPA :            Wet Privatisering ABP geldig vanaf 1 januari 1996
AMP – wet:   Algemene Militaire Pensioenwet
PSW -  De Pensioen- en Spaarfondsenwet
BPP – Bijzonder Partnerpensioen

Blz. 3 Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en ….                 16 december 2024

Op vrijdag 29 november 2024 gesproken met het de heer M. Dominicus van het Geschilleninstituut Pensioenfondsen (GIP) Het GIP gaf aan dat geschillen ingebracht bij een pensioenfonds voor  1 juli 2023 niet in behandeling genomen worden door het GIP.  Een uitspraak door het GIP gedaan, dient door het pensioenfonds opgevolgd te worden .  Geschil 449 heeft betrekking op het ABP en is ingebracht bij het ABP voor 1 juli 2023. Het geschil kan alleen in behandeling genomen door de Ombudsman Pensioenen die ook onder het GIP valt.

De Ombudsman Pensioenen kan echter alleen bemiddelen. De door mij ingebrachte geschillen zijn echter van een dusdanige potentie dat bemiddeling door de Ombudsman Pensioenen niet tot correctie zal leiden.  Het GIP gaf aan dossier 449 voorlopig in de ijskast te zetten, in afwachting mogelijk van een nieuw zelfde geschil.

Bovenstaand is in feite te belachelijk voor woorden. Het betekent dat er geen enkel instituut in Nederland is die met betrekking tot pensioengeschillen de belangen van een consument behartigt. Het GIP geeft aan dat voor een dossier ingebracht bij het pensioenfonds  voor 1 juli 2023 alleen de gang naar de rechter nog openstaat.

Alleen een nieuw dossier ingebracht na 1 juli 2023 kan leiden tot een bindende uitspraak door het GIP, zoals het GIP verklaarde.  Een nieuw dossier is geen optie. In het reglement van het GIP is opgenomen dat een geschil alleen in behandeling genomen wordt als de volledige klachtenprocedure bij het pensioenfonds is doorlopen.  De doorlooptijd voor eenzelfde verschil kan zomaar oplopen tot 2 jaar en meer. De transitiedatum voor het ABP is echter vastgesteld op één januari 2027.  Voor die datum dienen alle correcties over onderstaand verwoorde geschillen gecorrigeerd te zijn door het ABP.

Tegen het ABP kan een consument geen rechtszaak aanspannen. De geschillen welke ik onderstaand zal toelichten zijn van een dusdanige omvang dat het ABP zich met hand en tand zal verdedigen.  Het ABP houdt dit veel langer vol, dan een consument. De consument zal privé failliet geprocedeerd worden.

Recent is echter een zo goed als volledig identiek geschil ingediend bij het GIP. Geschil 516, en dus na 1 juli 2023, met dien verstande dat de scheiding plaats vond onder de AMP-wet, nu Stichting Pensioenfonds ABP. Uit de WPA blijkt dat het NP en BNP met ingang van
1 januari 1996 onder de Stichting Pensioenfonds ABP vallen en dat ze zich conformeren aan de PSW.  Onderzoek heeft aangetoond dat het BNP met terugwerkende kracht vanaf datum scheiding tot, naar ik aanneem, ultimo 2003, is aangepast aan alle stijgingen van het salaris, dus niet alleen de algemene bezoldigingswijziging maar ook aan alle periodieke en carrière stijgingen.  Tot op heden heeft het ABP ondanks veelvuldige verzoeken van betrokkene zelf en nu ook van het GIP, nog geen opgave verstrekt van de onderbouwing van het BNP en NP.

Blz. 4 Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …                     16 december 2024

 

Betrokkene geadviseerd het geschil weg te halen bij de Ombudsman Pensioenen en onder te brengen bij het GIP zelf.   Geschil 516 kan wel leiden tot een bindende uitspraak . Geschil 449 zal dus niet ingetrokken worden.

En niet alleen voor onderstaand aangemerkte geschillen. Het geldt in feite voor alle ambtenaren al dan niet overleden die voor 1 januari 1996 van de echt gescheiden zijn en nadien opnieuw in het huwelijk getreden zijn. Ook deze zouden als gevolg van een bindende uitspraak, aangepast moeten worden.

ABP-wet:  In artikel A8 wordt aangegeven dat aanspraken alleen aangepast worden aan de middelsom van berekeningsgrondslagen en alleen aangepast worden aan algemene bezoldigingswijzigingen. Er is niet gereglementeerd dat de aanspraken ook aangepast worden op carrière of periodieke stijgingen.  
- Op 1 juli 1994 wordt in de ABP-wet het BNP ingevoerd.  Omschreven staat in de ABP-wet dat een NP voor samenwonenden bedoeld wordt die samenwonen met een samenlevingscontract. Hiermee wordt een stuk begripsverwarring tot stand gebracht.   
- Want in de ABP-wet ontstaat een BNP op het moment dat een ambtenaar van de echt scheidt. In de ABP-wet is opgenomen dat het BNP wat ontstaat als ambtenaren van de echt scheiden, alleen aangepast wordt aan de algemene bezoldigingswijzigingen.

Nabestaandenreglement militairen met ingang van 1 januari 1996
In dit reglement gebeurd opnieuw hetzelfde als onder de ABP-wet. Artikel 7.5: Als een ambtenaar van de echt scheidt wordt het NP omgezet naar een Bijzonder Partnerpensioen in plaats van naar een Bijzonder Nabestaandenpensioen.     

WPA: In de WPA is opgenomen dat per 31 december 1995 de aanspraken gebaseerd worden op de berekeningsgrondslag per 31 december 1995. Uitdrukkelijk wordt bepaald dat dit alleen geldt voor ambtenaren die op 31 december 1995 nog in dienst zijn.  De aanspraken voor ambtenaren uit dienst getreden voor 31 december 1995 kunnen dus alleen aangepast zijn aan de algemene bezoldigingswijzigingen.

Het ABP heeft verklaard dat per 31 december 1995 alle aanspraken zijn aangepast aan alle periodieke stijgingen en aan algemene en aan alle carrière stijgingen die hebben plaatsgevonden. Het is merkwaardig dat dit alleen gebeurd is voor ambtenaren die op 31 december 1995 nog een actief dienstverband hadden. Dat geeft toch te denken!

BNP WPA: Eerst in de WPA is opgenomen dat het BNP voor een ambtenaar aangepast dient te worden aan de berekeningsgrondslag per 31 december 1995.  Het lijkt er meer op dat de aanpassing betrekking had moeten hebben op het BNP  voor samenwonende ambtenaren. Deze groep ontbreekt nu in de WPA. Het lijkt er verdacht veel op dat dit artikel waarschijnlijk verkeerd gereglementeerd is.

Noot PensioenScheiden 17.12.2024 12.31: Zie de Noot onder artikel 15 in de WPA

Blz. 5  Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …                  16 december 2024

Brief 22 december 2022 van de Minister van Binnenlandse Zaken
Met het standpunt wat de Minister inneemt ben ik het niet eens. De Minister stelt dat het BNP afgeleid wordt van het ouderdomspensioen op het moment van overlijden en dat daarom in de WPA is opgenomen dat het BNP vastgesteld dient te worden op de berekeningsgrondslag per 31 december 1995. Naar mijn mening vergist de Minister zich. De Minister gaat volledig voorbij aan hetgeen gesteld is in artikel G4 en H1.1. in de ABP-wet. In artikel H1.1 staat duidelijk vermeld dat het pensioen van de nabestaande 5/7 bedraagt van het pensioen waarop de ambtenaar recht of uitzicht zou hebben gehad, indien hem met ingang van de dag na die van zijn overlijden ontslag was verleend.  De Minister stelt dat de berekening van het BNP de salarisstijgingen volgt.  In artikel A8 staat echter vermeld dat de aanspraken alleen aangepast kunnen worden aan de algemene bezoldigingswijzigingen. De Minister geeft verder aan dat vanaf 1 januari 1996 het BNP niet meer de salarisontwikkeling volgt van de gescheiden ambtenaar, maar alleen de indexaties die het ABP geeft.

Met ingang van 1 januari 1996 valt het ABP onder de PSW
Onder de PSW wordt het BNP vastgesteld als zou de deelnemer op de dag van de scheiding uitdienst getreden zijn.  Het BNP wordt als sprake is van een nieuw huwelijk na de scheiding op de dag van het huwelijk in mindering gebracht op het NP van de deelnemer.  Mogelijk dat de toetreding tot de PSW ervoor gezorgd heeft dat vanaf 1 januari 1996 het BNP niet meer de salarisontwikkeling van de ambtenaar mag volgen. In tegenstelling tot hetgeen de Minister verklaart heeft, heeft Het ABP tot ultimo 2003 het BNP aangepast aan de salarisontwikkeling van de ambtenaar en niet zoals de Minister verklaard heeft geïndexeerd.

Vaststelling BNP bij het ABP op het moment van overlijden
Het ABP stelt het BNP (ten onrechte?) eerst vast op het moment van overlijden. Onder de PSW gebeurt dit namelijk op het moment van de scheiding.

Ik heb door het ABP vervaardigde opgaven in mijn bezit waaruit blijkt in tegenstelling tot hetgeen de Minister verklaard heeft dat het BNP ook na 1 januari 1996 tot ultimo 2003 aangepast is aan alle salarisontwikkelingen. Het ABP heeft haar beleid na
1 januari 1996 dus ongewijzigd voortgezet alsof er geen sprake is geweest van de privatisering van het ABP.

Dit houdt ook in dat het veel te hoog vastgestelde BNP na 1 januari 2004 foutief geïndexeerd is. Hetgeen dus alsmede resulteert in een laag vastgesteld NP.  Het NP is en blijft immers een afgeleide van het ouderdomspensioen.  

Onderstaande geschillen liggen allemaal bij het GIP.  

In al onderstaande gevallen is sprake van een scheiding voor 1 januari 1996 en nadien van een nieuw huwelijk en al dan niet van een recentelijk overlijden.

Noot PensioenScheiden 17.12.2024 12.54: Het BNP wordt feitelijk eerst op het moment van overlijden op het NP van de nieuwe partner in mindering gebracht.

 

Blz. 6  Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …               16 december 2024

 

               
Geschil 449  (ABP)  -  Foutief vastgesteld BNP en NP
Het BNP kan na de scheiding in 1991 tot 1 januari 1996 alleen aangepast zijn aan de algemene bezoldigingswijzingen. Het ABP heeft na de scheiding het BNP aangepast tot 1 januari 2004 aan alle individuele salarisstijgingen dus ook aan de periodieke en algemene salarisstijgingen. Volgens de Minister had dat na 1 januari 1996 niet meer gemogen.  Zie ook onderstaand: te verrekenen pensioen .

Geschil 516  (ABP/AMP)   -  Foutief vastgesteld BNP en NP
Het BNP kan na de scheiding in 1986 tot 1 januari 1996 alleen aangepast zijn aan de algemene bezoldigingswijzingen. Het ABP heeft na de scheiding het BNP aangepast tot 1 januari 2004 aan alle individuele salarisstijgingen dus ook aan de periodieke en algemene salarisstijgingen. Volgens de Minister had dat na 1 januari 1996 niet gemogen.  

Geschil 531 (ABP) -  Foutief vastgesteld BNP, NP en verevend pensioen
Het BNP had na de scheiding in 1980 tot het formele ontslag van de man in 1988 alleen aangepast kunnen worden aan algemene bezoldigingswijzigingen. De man viel onder de Wet VPS.  Het verevende pensioen had vastgesteld moeten worden in 1980 en had tot de datum van zijn pensionering in 1996 alleen verhoogd kunnen worden met de indexeringen van toepassing voor een gewezen deelnemer. De man was op
31 december 1995 geen overheidswerknemer meer zoals aangegeven in de WPA.
Toch is het BNP aangepast aan alle algemene bezoldigingswijzingen tot de datum van pensionering in 1996.  De man is overleden in 2023.  Het NP is door de gemaakte fouten veel en veel te laag vastgesteld.

Geschil 290 (ABP)  -  Foutief vastgesteld BNP in opgave te verrekenen pensioen
Boon van Loon/arrest
Het GIP heeft in haar brief van 12 april 2024 aangegeven dat pensioenverrekening dient plaats te vinden op basis van de waarde van de pensioenaanspraken op het moment van de scheiding, preciezer gezegd op het moment dat de echtscheiding in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. Het GIP heeft aangegeven dat het om de vermogensrechtelijke afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap bij
echtscheiding gaat en niet bevoegd is te bemiddelen dan wel te beslechten.
In de door het DMP of ABP vervaardigde opgave werd vervolgens aangegeven dat het voor de hand ligt dat een afspraak wordt gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de voorwaardelijke uitkering te zijner tijd naar het tijdstip van pensionering door middel van indexering kan worden aangepast. Het ABP heeft verklaard dat alleen als een ambtenaar daarom vroeg een opgave verstrekt werd van de indexeringen waarmee het te verrekenen pensioen kon worden geïndexeerd.


Noot PensioenScheiden 17.12.2024 12.57: Zie ook mijn opmerking m.b.t. artikel 15 in de WPA m.b.t. het ouderdomspensioen.

 

Blz. 7    Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …               16 december 2024

 

Tot om en nabij 1 januari 2000 heeft het ABP zich hier ook aan gehouden.  Vanaf om en nabij deze datum is het echter faliekant misgegaan.  Het ABP heeft verklaard de waarde van het pensioen te nemen op de datum van de aanvraag verhoogd met alle indexeringen alsof sprake was geweest van een gewezen ambtenaar.  Het ABP had, als ze zich daar consistent in hadden opgesteld, in de opgave  het BNP moeten opnemen, zoals dat op basis van alle initiële, periodieke en carrière stijgingen plus indexeringen tot het moment van de aanvraag gestegen was. 

Het ABP houdt in haar opgaven van het te verrekenen pensioen alleen rekening met de indexeringen vanaf datum scheiding tot en met heden alsof sprake is van een gewezen deelnemer.  Ook als ze heden ten dage een berekening vervaardigen.
Het ABP houdt dus geen rekening met het door hun vastgestelde BNP, zoals dat in geschil 449 en 516 door hun vastgesteld is.  Het ABP meet dus met twee maten.

Het ABP houd geen rekening met de arresten van de Hoge Raad, die aangeven dat een ambtenaar maximaal 50% van het ouderdomspensioen opgebouwd tot de datum scheiding hoeft te verrekenen met zijn ex-partner. Als ze al een opgave verstrekken wordt dit niet vermeld in de opgave.

In een arrest van de Hoge Raad van oktober 2006 staat vermeld dat het te verrekenen pensioen alleen geïndexeerd mag worden als het opgebouwde pensioen ook geïndexeerd wordt. Ook hier stoort het ABP zich niet aan.  Het ABP indexeert immers alsof sprake is van een gewezen deelnemer.  Niet gereglementeerd.

Het ABP verstrekt in haar opgaven van het te verrekenen pensioen geen onderbouwing. Ambtenaren kunnen dus niet vaststellen of hetgeen ze moeten verrekenen juist is.  Dus gebaseerd op de juiste waarde op het moment van scheiding en of rekening is gehouden met de arresten van de Hoge Raad.

Bovenstaande houdt in dat alle opgaven, na in ieder geval 1 januari 2000, te hoog zijn vastgesteld waardoor de ambtenaar te veel heeft moeten verrekenen met zijn ex-partner. In haar brieven heeft het ABP altijd aangegeven dat de opgaven ook door derden verstrekt kunnen worden. Daarvoor is het noodzakelijk dat het ABP een opgave verstrekt van de opgebouwde premievrije aanspraken op het moment van scheiding. Het ABP weigert echter een dergelijke opgave te verstrekken.  

Ook van toepassing in geschil 449 en geschil 516.

Blz. 8    Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …               16 december 2024

(Nog) niet ingebracht bij het GIP

Wet VPS vanaf 1 mei 1995 Artikel 5 Algehele  conversie
In het convenant hebben beide ex-partners vastgelegd dat ieder der partners aanspraak maakt op de helft van de waarde van alle opgebouwde aanspraken op het moment van scheiding. Aan het ABP werd, zoals vastgelegd in de Wet, toestemming gevraagd om algehele conversie te mogen uitvoeren. Het ABP verstrekt een opgave van de aanspraken waaruit blijkt dat het net lijkt alsof het ABP uit gaat van de helft van de waarde van de opgebouwde aanspraak aan ouderdomspensioen gedurende de huwelijkse periode. Op basis van de verstrekte opgave gaan beide partners akkoord en laten dat het ABP schriftelijk weten. Nadat het ABP de algehele conversie heeft doorgevoerd stellen beide ex-partners vast dat ze veel meer overhouden dan de helft van het opgebouwde pensioen tijdens de huwelijkse periode. 

Het ABP heeft vanaf de aanvang van deze Wet de waarde van het ouderdomspensioen vastgesteld als zou sprake zijn van een uitkering op twee levens in plaats van op
één leven.  In haar communicatie met de ambtenaren heeft het ABP verklaard de helft van het verevende pensioen omgezet te hebben in een zelfstandig pensioen.  Het ABP voert hetgeen afgesproken is in het  convenant niet uit.  Beide ex-partners worden hierdoor benadeeld.  De één meer dan de ander.

Wettelijke conversie
Ook in het geval van wettelijke conversie is het ABP uitgegaan van de waarde van het ouderdomspensioen, gebaseerd op beide levens.  In feite had het ABP moeten rekenen met de helft van het opgebouwde pensioen in de huwelijkse periode.  In feite is het ABP blijven rekenen zoals ze dat ook deden voor ambtenaren die gescheiden zijn voor 1 mei 1995.  De ex-partner wordt hierdoor benadeeld.

Communicatie met de ambtenaar
De Consumentenbond heeft zich in 2007 sterk gemaakt voor een Uniform Pensioen Overzicht (UPO). Alle pensioenuitvoerders gebruiken hetzelfde overzicht.  In 2008 verstrekte het ABP nog een overzicht waar zowel het NP als het BNP op stond.
Voor 2008 werden er geen overzichten verstrekt door het ABP. Jarenlang heeft het ABP geen overzicht verstrekt van het NP. Deelnemers moesten maar contact zoeken met het ABP.  Doordat het NP eerst definitief vastgesteld wordt op het moment van overlijden kan het ABP nimmer een juist overzicht verstrekken.   De Wet op de AVG zorgt ervoor dat het BNP niet meer zichtbaar gemaakt mag worden op de UPO van de
verzekerde ambtenaar. Onduidelijkheid blijft dus troef!

Indexaties
Als een pensioen foutief is vastgesteld, zijn alle indexaties op dat pensioen ook foutief vastgesteld en zullen dus eveneens gecorrigeerd moeten worden.

Blz. 9    Brief aan Minister van Binnenlandse Zaken  en …               16 december 2024



Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek 3 artikel 178 1e lid staat vermeld dat te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed gevorderd kan worden.
In het Burgerlijk Wetboek 3 artikel 179 2e lid staat vermeld dat nadere verdeling van een ontbonden gemeenschap kan worden gevorderd, indien bij een verdeling tot de gemeenschap behorende goederen zijn overgeslagen.

Conclusie
Onze Staat (Rijksoverheid)  moet zich realiseren dat het ABP nimmer kan invaren als alle aangegeven geschillen niet gecorrigeerd worden.  Het ABP zou technisch gesproken niet veroordeeld kunnen worden tot correctie van de geschillen tot 1 januari 1996. Dat zou door wetgeving in 1996 onder het tapijt geveegd zijn!  Mogelijk gebeurd dat opnieuw als het ABP toch invaart op 1 januari 2027.  Het ABP zal zich moeten realiseren dat als dit gebeurt beide ex-partners elkaar te allen tijde kunnen blijven aanspreken op basis van de artikelen van het Burgerlijk Wetboek zoals bovenstaand aangegeven.  Dat zal leiden tot het verstrekken van uitermate gecompliceerde opgaven door het ABP en de nodige rechtszaken.

Naar mijn mening is er een grote fout gemaakt door betrokkenen bij de beëindiging van de AMP-wet en daarmee samenhangend de privatisering van het pensioen voor militairen op te nemen in de Stichting Pensioenfonds ABP.  De WPA kan eerst ruim na 1 januari 1996 aangepast zijn aan de gevolgen die het beëindigen van de AMP-wet met zich meebracht.

Noot PensioenScheiden 17.12.2024 13.41: De laatste zin is niet geheel juist. In de WPA is het NP veilig gesteld voor militairen. De hoofdstukken G en H van de Amp-wet zijn met ingang van 1 januari 1996 ingetrokken. In artikel 28 heeft men het eigenlijk alleen over de nagelaten betrekkingen van militairen, gewezen militairen en gepensioneerde militairen. Op basis van dit artikel had het BNP voor militairen in artikel 15 niet aangepast kunnen worden

Naast mijn website PensioenScheiden beheer ik de website PensioenWeetjes.  Op de website PensioenWeetjes heb ik alle wetten opgenomen en zo mogelijk voorzien van opmerkingen.

Op mijn website PensioenScheiden zal ik een link opnemen naar een speciale webpagina waar ik deze brief zal opnemen, maar ook links naar alle wetten en alle tot dusver gecommuniceerde momenten opnemen met zo mogelijk alle betrokkenen.

Ik verneem graag van u, op welke wijze en wanneer u overgaat tot correctie van de door mij aangegeven geschillen.

hoogachtend,

P.G.J. Jung
PensioenScheiden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laatstelijk aangepast: 10 juni 2024